HUISLITURGIE IN CORONA-TIJDEN – 21/3/2021

Nav de corona-maatregelen kan de gemeenschap tijdelijk niet meer samen komen in de vertrouwde Minnewaterkapel. Er werd beslist om over te stappen naar een huisliturgie. Elke abonnee op de nieuwsbrief krijgt de link doorgestuurd met de teksten en de muziek voor de volgende viering.

Op zondag om 10u30 of op een ander moment dat je past kan wie wil van thuis uit met deze insteek aan de slag, in de wetenschap dat de rest van de gemeenschap met haar of hem verbonden is.

Praktisch:

  • Een kleine waarschuwing vooraf: zet je volumeknop in het begin niet te luid om niet verrast te worden!
  • Hoe gebruik ik dit?
    • je kunt op de tablet of de PC scrollen door de tekst die je hieronder vindt. De muziek staat op de juiste plaats waar je hem nodig hebt.
    • Als je het makkelijker vindt om de tekst af te printen, die kun je in makkelijk af te drukken vorm vinden onder deze link (9 bladzijden). Er staat aangegeven waar welke muziek wordt gebruikt (zie hieronder).

————–

VERWELKOMING EN KRUISTEKEN

We steken de Paaskaars aan en gedenken onze overledenen, slachtoffers van geweld, mensen gestorven door covid of in eenzaamheid. Onze geliefde doden, mogen zij rusten in de schoot van Gods ontferming.

————–

In het lied “Onstilbare tonen” verwoordt Oosterhuis, in een mooie beeldtaal, de kern van ons samenzijn: wij zijn hier bijeen in vertrouwen van een werkelijkheid die ons overstijgt:
“Zoals een landschap meer is dan te zien is”
Het landschap dat we zien wordt door ons bijgekleurd met herinneringen, heimwee en dromen.
“En zoenen meer zijn dan de perfecte vorm van de lippen”
Het kan gaan om een vluchtig kushandje, de hartstochtelijke kus van filmsterren op het witte doek tot de kus van het verraad op Witte Donderdag.
En in de wirwar van ons zoeken, aftasten, weten, niet weten, vinden wij uiteindelijk “de enige ware” – is het niet in dat Licht dat we nu samen zijn?

————–

OPENINGSLIED
‘Onstilbare tonen’ – Tom Löwenthal – liedboek 510


Onstilbare tonen,
zwijgende woorden
mogen hier klinken.
De mond die ze zingt,
het hart dat ontvangt –
zij gezegend.
Zoals een landschap
meer ruimte is
dan te zien is –
en zoenen meer zijn
dan de perfecte vorm
van de lippen,
zo roepen wij
uit wirwar tevoorschijn een weg,
een lichtgestalte
uit dromen en schaduw van dood.
Zo wordt van aarde tot hemel Gij
onze enige ware.

————–

GEBED

Tot U God roep ik nu de dag begint

In mij is duisternis
Bij U is licht
Ik ben eenzaam maar Gij verlaat mij niet
Ik ben bang maar bij U vind ik hulp
Ik ben onrustig maar bij U vind ik vrede
Ik ben bitter maar bij u vind ik geduld
Ik zie niet waarheen uw wegen leiden
Maar Gij weet de weg voor mij.

(uit Gebeden voor medegevangenen Kerstmis 1943 van Dietrich Bonhoeffer)

————–

LEZING UIT HET JOHANNESEVANGELIE

Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest ( in Jeruzalem) gekomen om God te aanbidden. Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten. Filippus ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar Jezus. Jezus zei: ‘De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven. Wie mij dient moet mij volgen: waar ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden. Nu ben ik doodsbang. Wat moet ik zeggen? Vader, laat dit ogenblik aan mij voorbijgaan? Maar hiervoor ben ik juist gekomen. Laat nu zien hoe groot uw naam is, Vader’. Toen klonk er een stem uit de hemel: ‘Ik heb mijn grootheid getoond en ik zal mijn grootheid weer tonen.’ De mensen die daar stonden en dit hoorden, zeiden: ‘Een donderslag!’ Maar er waren er ook die zeiden dat het een engel was die tegen hem gesproken had. Jezus zei: ‘Die stem heeft niet voor mij gesproken, maar voor u. Nu wordt het oordeel over deze wereld geveld, nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen worden. Wanneer ik van de aarde omhooggeheven word, zal ik iedereen naar mij toe halen.’ Daarmee bedoelde hij de wijze waarop hij zou sterven.

————–

EEN PAAR BEDENKINGEN BIJ DE LEZING

  1. Wat er mij tegenstaat in de tekst, laat ik, al dan niet voorlopig, links liggen. Bijvoorbeeld: “zijn leven haten”. Zulke weerhaken verhinderen om te genieten van wat wél deugd doet.
  2. Wat, welke zin, welke passage onthoud je, nu en voor de komende dagen? Waarmee kan je iets beginnen?
    En wat zeg je, vraag je over deze tekst aan degene met wie je samen bent?
  3. Trefwoorden:
    • gaan zeggen, doorzeggen, iemand bij Jezus brengen
    • Majesteit, verheffing en… zaadkorrel
    • Jezus is doodsbang
    • Donderslag en engel
    • oordelen en naar mij toe halen
    • de heerser van deze wereld

Nog ‘n paar aanzetten:

  • “Nu ben ik doodsbang” (Nieuwe Bijbelvertaling). Onze oude vertaling (in het missaal) van deze woorden: “Nu is mijn ziel ontroerd”.
    •  “het onuitlegbare geheim van Jezus’ leven wordt hier (versta: in het beeld van de graankorrel) onder woorden gebracht” (Jean Bastiaens)
    • “We ‘haten’ ons leven wanneer we uit de geslotenheid van onszelf treden, de ander tegemoet” (Isabelle Desmidt in de commentaar van “Kerk en leven” voor deze zondag)

————–

LIED
‘Klankresten’ – Tjeerd Oosterhuis – liedboek 502


Klankresten
van een onvoltooid verhaal.
Steenlettergrepen,
sporen in woestijnzand.
Lichtwoorden,
ooit ontvangen, maar van wie –
Hij zal niet slapen,
Israëls behoeder.

————–

MOGELIJKHEID TOT DELEN VAN BROOD VAN VERDRIET EN WIJN VOOR DE MOMENTEN VAN VREUGDE

————–

TAFELGEBED
Muzikale ondersteuning ‘Moge ons verschijnen’ – Tom Löwenthal – liedboek 452


Moge ons voor waar verschijnen
die genoemd wordt zoon der mensen
die gezegd wordt dood maar levend
die gehoopt wordt mens voor allen.

Moge ons verschijnen deze,
niet in droom, in stand van sterren,
niet als spiegelbeeld in water
maar in mensentaal van liefde.

In dit mensenbrood gebroken,
levenskansen, recht voor allen,
in het drinken van de beker,
in vergeving en ontferming.

Moge ons verschijnen deze,
ogenlicht en levensadem,
knecht en koning, lam en herder,
lieve meester, woord van God. (2x)

————–

ONZE VADER (gebeden)

————–

VREDESWENS
‘Vrede voor jou’ – Tom Löwenthal – liedboek 944


Moge uw woord ons leren
Elkaar te zegenen en te behoeden;
Dat wij ons keren naar elkaar
En niet uit het oog verliezen
Allen die aan onze zorgen zijn toevertrouwd.

————–

DELEN van Brood en Wijn

————–

VOORBEDEN
‘Wek mijn zachtheid weer’ – Antoine Oomen – liedboek 742 (voor en na de voorbeden)


Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is.
En mij toevertrouw.
En het licht niet haat.


Gij die Een en eeuwig zijt, verweg onbeeldbaar God

Wij bidden om vriendelijkheid tussen mensen

Wij bidden voor allen die in gevangenschap leven

En voor allen die als vreemden naar dit land gekomen zijn

En voor allen die ontworteld zijn, voortvluchtig, leeg

Voor hen die leiding geven in deze wereld en in de Kerk

Voor onszelf bidden wij, dat wij onze verantwoordelijkheid nemen.

Voor allen die niet weten wat zij doen
En voor hen die het wel weten en toch doen.
Hoort en ziet Gij alle wreedheid
Aan mensen bedreven, door mensen –
Kunt Gij dat aanzien?
(Uit “Levende die mij ziet” p.84-5, van Huub Oosterhuis)


Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is.
En mij toevertrouw.
En het licht niet haat.

————–

ZEGENGEBED IN CORONATIJD (Marinus van den Berg)

Zegen ons met de dauw van uw liefde
Zegen ons met uw warmhartige nevel
Dat wij elkaar niet besmetten met vrees
Dat wij onze harten niet op afstand houden
Zegen ons met zorg en aandacht om elkaar
Dat wij niet onverschillig en slordig leven
Kroon ons met de Naam van Uw Hoop
De Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

————–

SLOTLIED
‘Uit vuur en ijzer’ – Poolse volksmelodie – liedboek 774


Uit vuur en ijzer zuur en zout
zo wijd als licht zo eeuwen-oud
uit alles wordt een mens gebouwd
en steeds opnieuw geboren.
Om ijzer in vuur te zijn
om zout en zoet en zuur te zijn
om mens voor een mens te zijn
wordt alleman geboren.

Om water voor de zee te zijn
om anderman een woord te zijn
om niemand weet hoe groot en klein
gezocht gekend verloren.
Om avond- en morgenland
om hier te zijn en overkant
om hand in een and’re hand
om niet te zijn verloren.

Om oud en wijd als licht te zijn
om lippen water dorst te zijn
om alles en om niets te zijn
gaat iemand tot een ander.
Naar verte die niemand weet
door vuur dat mensen samensmeedt
om leven in lief en leed
gaan mensen tot elkander.

————–

Met dank aan

  • Annemie Schreel voor deze huisliturgie
  • Lieve Boone voor de muzikale ondersteuning
  • Patrick Delanoeye voor de website

————–

Via deze link is het mogelijk opmerkingen te bezorgen over deze en vorige viering(en).

————–