HUISLITURGIE IN CORONA-TIJDEN – 14/2/2021

Nav de corona-maatregelen kan de gemeenschap tijdelijk niet meer samen komen in de vertrouwde Minnewaterkapel. Er werd beslist om over te stappen naar een huisliturgie. Elke abonnee op de nieuwsbrief krijgt de link doorgestuurd met de teksten en de muziek voor de volgende viering.

Op zondag om 10u30 of op een ander moment dat je past kan wie wil van thuis uit met deze insteek aan de slag, in de wetenschap dat de rest van de gemeenschap met haar of hem verbonden is.

Praktisch:

  • Een kleine waarschuwing vooraf: zet je volumeknop in het begin niet te luid om niet verrast te worden!
  • Hoe gebruik ik dit?
    • je kunt op de tablet of de PC scrollen door de tekst die je hieronder vindt. De muziek staat op de juiste plaats waar je hem nodig hebt.
    • Als je het makkelijker vindt om de tekst af te printen, die kun je in makkelijk af te drukken vorm vinden onder deze link (10 bladzijden). Er staat aangegeven waar welke muziek wordt gebruikt (zie hieronder).

————–

WELKOM

Voor deze zondag kiezen we in het gewone leesrooster het verhaal van iemand met een besmettelijke ziekte die bij Jezus kwam. Actueel !

Laat ons het kruisteken maken als teken van verbondenheid als christenen met alle mensen in alle uithoeken, links, rechts, boven en onder [maak kruisteken].

Vandaag, op 14 februari vieren we Valentijn. Als we ons voor dit feest laten inspireren door de heilige Valentijn, dan is Valentijn het feest met de V van Vleselijke lusten, maar ook de V van Verbondenheid met alle mensen die liefde – in alle vormen: binnen koppels, vrienden, gemeenschappen, ,… – boven oorlog plaatsen. Dat lezen we af met de V van Veelzijdigheid, uit het leven van de martelaar Sint Valentijn, die soldaten in het echt verbond en dat met zijn dood moest bekopen, omdat keizer Claudius vond dat soldaten aan oorlog moesten denken, en niet aan liefde.

We zijn hier op dit moment samen met elkaar in deze huisliturgie, verbonden met elkaar, in liefde. Zingen we met een knipoog naar Sint-Valentijn:

————–

LIED


Liefde, eenmaal uitgesproken
als uw woord van het begin,
Liefde, wil ons overkomen
als geheim en zegening.

Liefde waagt zichzelf te geven,
ademt op van goede trouw.
Liefde houdt ons in het leven,
daarop hebt Gij ons gebouwd.

Liefde laat zich voluit schenken
als de allerbeste wijn.
Liefde blijft het feest gedenken
waarop wij uw gasten zijn.

Liefde boven alle liefde
die zich als de hemel welft
over ons: wil ons genezen,
bron van liefde, liefde zelf!

————–

GEDACHTENISKAARSJES

We steken een kaarsje aan voor mensen die ons ontvallen zijn deze week en voor allen in eenzaamheid gestorven.

————–

OPENINGSGEBED (bidden we luidop)

Wie ooit onder uw hoede wonen wil,
Onder uw wieken veilig, grote vogel van allerhoogste geest,
Vuurvogel God,
Die drijft Gij met hem diep in de woestijn.

Daar zal hij veertig nachten, veertig dagen
Tussen de wilde beesten zijn, en bidden.

Plant in mijn hart de liefde voor uw naam;
Dat het uw naam is die mij heugen zal.
Dat er een weg is die mij dragen zal,
Naar licht wijd land met hoven van olijven.

Waar ik in schaduw rusten zal,
Dat er een grond is die mij niet ontvalt.

Huub Oosterhuis

————–

STILTE

————–

LIED


Verberg uw Aangezicht niet voor mij,
Uw woorden, verzwijg ze mij niet
een vreemdeling ben ik op aarde.

————–

EERSTE LEZING – LEVITICUS 13,1-2.45-46

Lees de tekst hieronder of beluister de tekst voorgelezen (eerste deel) van de opname in deze link (wij nemen de eerste en de derde lezing over (Leviticus en Marcus)


De Heer sprak tot Mozes:
‘Heeft iemand een gezwel, uitslag of een vlek
op zijn huid
en gaat het lijken op huidziekte,
dan moet men hem bij de priester Aäron
of bij een priester van diens geslacht brengen.
Degene die aan huidziekte lijdt
moet in gescheurde kleren lopen
en zijn haren los laten hangen;
hij moet zijn baard bedekken en roepen:
Onrein, onrein!
Zolang de ziekte duurt is hij onrein;
hij moet apart wonen en buiten het kamp blijven.’

————–

TWEEDE LEZING – MARCUS 1,40-45
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus

In die tijd kwam er eens een melaatse bij Jezus
die op zijn knieën viel en Hem smeekte:
‘Als Gij wilt kunt Gij mij reinigen.’
Door medelijden bewogen stak Hij de hand uit,
raakte hem aan en sprak tot hem:
‘Ik wil, word rein.’
Terstond verdween de melaatsheid en was hij gereinigd.
Terwijl Hij hem wegstuurde vermaande Hij hem met klem:
‘Zorg ervoor dat ge aan niemand iets zegt,
maar ga u laten zien aan de priester
en offer voor uw reiniging wat Mozes heeft voorgeschreven,
om ze het bewijs te leveren.’
Eenmaal vertrokken
begon de man zijn verhaal overal in het openbaar te vertellen
en ruchtbaarheid aan de zaak te geven,
met het gevolg
dat Jezus niet meer openlijk in de stad kon komen,
maar buiten op eenzame plaatsen verbleef.
Toch kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe.

————–

LIED (herbeluister)


Verberg uw Aangezicht niet voor mij,
Uw woorden, verzwijg ze mij niet
een vreemdeling ben ik op aarde.

————–

COMMENTAAR

We halen deze toelichting bij de website van Bijbelhuis Zevenkerken – Jean Bastiaens – waarvan we een fragment overnemen.

Je zult, beste lezer, het mij niet kwalijk nemen dat ik altijd spreek over de Tora van Mozes, in plaats van over de Wet van Mozes. ‘Wet’ is gewoon geen goede vertaling voor wat het Hebreeuwse woord Tora betekent. Want de Tora bevat niet alleen voorschriften (geboden en verboden), maar ook verhalen, en samen vormen ze de ene Tora. Welnu, de Tora gaat over het leven. Alle aspecten van het leven komen erin aan de orde. Het is een boek met levenslessen. De eerste lezing van deze zondag komt uit het boek Leviticus, het derde boek van de Tora van Mozes. De hoofdstukken 13 en 14 beschrijven telkens situaties waarin iets of iemand tekenen vertoont van een soort uitslag of schimmel. In de Nieuwe Bijbelvertaling is daar één overkoepelend woord voor gevonden: het gaat over alles wat te doen heeft met vraat. Het kan gaan over vraat van de huid (huidvraat), maar ook over vreemde plekken op wollen of linnen stof of op leer enz. Zelfs een huis kan aangetast zijn door vraat. Natuurlijk is de beschrijving van de aantastingen, de schimmels of de ziekte niet die van vandaag, dat kan ook niet. Centraal staat de vraag: hoe gaan we om met zaken die besmettelijk zijn of met besmettelijke ziekten? Doorgaans is afzondering een noodzaak, zodat de besmetting niet verder om zich heen grijpt. De mensen die aan een huidziekte leden, moesten zich zoveel mogelijk afzonderen in het mensenverkeer. En van de cultische samenkomsten – in de tempel – waren ze buitengesloten zolang de ziekte duurde. Alleen een priester kon, na controle, een verklaring afgeven dat de persoon weer genezen was.

Ook in Jezus’ tijd kwamen er besmettelijke huidziekten voor. Meestal waren die te genezen, na verloop van tijd. Het ging dus lang niet altijd om ‘melaatsheid’ of lepra zoals we nu gewoon zijn te zeggen. Want lepra was toen eenvoudigweg niet te genezen. Bij de behandeling van huidziekten wilde men mensen niet zozeer sociaal isoleren, maar – zoals gezegd – in ieder geval cultisch isoleren. Kwestie van gezond verstand.

Het lectionarium spreekt van een ontmoeting tussen een ‘melaatse’ en Jezus. We kunnen niet weten of de man aan lepra leed of aan een andere, in die tijd wel te genezen huidziekte. Hoe dan ook: Jezus geneest de man. En Jezus drukt hem op het hart de voorgeschreven regels te volgen, en zich te gaan laten zien aan een priester, zodat die hem formeel rein kan verklaren. Daardoor kan de man weer volwaardig lid worden van de gemeenschap. (…) Al eerder hoorden we in het Marcusevangelie dat Jezus’ verkondiging van het koningschap van GOD twee dimensies kent: de dimensie van de verkondiging en de dimensie van het genezingswerk. De twee horen bij Marcus altijd samen. Als Jezus spreekt, gebeurt er iets. Het is een leer met gezag. We vernemen dat het initiatief in de ontmoeting van de zieke uitgaat. Hij heeft over Jezus, ‘het verhaal van een levende’, gehoord en is er innerlijk van overtuigd dat deze Jezus hem zal kunnen genezen. Er is maar één voorwaarde: Jezus moet het willen. Alles staat of valt met zijn woord. En zo gaat de man naar Jezus: ‘Als Gij wilt, kunt Gij mij rein maken.’ Wat doet dat met Jezus, deze ontmoeting? De Griekse brontekst heeft er een prachtig woord voor dat we als volgt kunnen weergeven: Jezus’ ingewanden beroeren hem. Vanuit de diepte van zijn wezen, daar waar de ingewanden zetelen, is Jezus met deze man begaan. En Hij laat zijn gevoelens toe, Hij steekt ze dus niet weg. Hij zegt eenvoudigweg: ‘Ik wil, word rein!’ En terstond was de man gereinigd. Hij kan dus weer volwaardig deelnemen aan het religieuze leven van de gemeenschap.!

————–

LIED


Moge ons voor waar verschijnen
die genoemd wordt Zoon der mensen,
die gezegd wordt: dood maar levend
die gehoopt wordt: mens voor allen

Moge ons verschijnen deze,
niet in droom, in stand van sterren,
niet als spiegelbeeld in water
maar in mensentaal van liefde.

In dit mensenbrood gebroken,
levenskansen, recht voor allen.
In het drinken van de beker,
in vergeving en ontferming.

Moge ons verschijnen deze,
ogenlicht en levensadem,
knecht en koning, lam en herder,
lieve meester, woord van God.

————–

ONZE VADER


Onze Vader verborgen,
uw naam worde zichtbaar in ons,
uw koninkrijk kome op aarde,
uw wil geschiede, een wereld
met bomen tot in de hemel,
waar water, schoonheid en brood,
gerechtigheid is en genade.

Waar vrede niet hoeft bevochten,
waar troost en vergeving is
en mensen spreken als mensen,
waar kinderen helder en jong zijn,
dieren niet worden gepijnigd,
nooit één mens meer gemarteld,
niet één mens meer geknecht.

Doof de hel in ons hoofd,
leg uw woord op ons hart,
breek het ijzer met handen,
breek de macht van het kwaad.
Van U is de toekomst,
kome wat komt,
van U is de toekomst,
kome wat komt.

————–

TOT SLOT

We kunnen misschien geen mensen genezen van een besmettelijke ziekte, maar we kunnen ons in het verhaal laten besmetten met de Jezus-houding: in ons ingewand ontstoken worden – beroerd worden, het gevoel toelaten. Laat dat de intentie zijn waarmee we na deze viering de krokusvakantie inzetten.

Koen

————–

SLOTLIED


De Heer heeft mij gezien en onverwacht
ben ik opnieuw geboren en getogen.
Hij heeft mijn licht ontstoken in de nacht,
gaf mij een levend hart en nieuwe ogen.
Zo komt Hij steeds met stille overmacht
en zo neemt Hij voor lief mijn onvermogen

Hij doet met ons, Hij gaat ons in en uit.
Heeft in zijn handen onze naam geschreven.
De Heer wil ons bewonen als zijn huis,
plant als een boom in ons zijn eigen leven,
wil met ons spelen, neemt ons tot zijn bruid
en wat wij zijn, Hij heeft het ons gegeven.

Gij geeft het uw beminden in de slaap,
Gij zaait uw Naam in onze diepste dromen.
Gij hebt onszelf ontvankelijk gemaakt,
zoals de regen neerdaalt in de bomen,
zoals de wind, wie weet waarheen hij gaat,
zo zult Gij uw beminden overkomen.

————–

Met dank aan

  • Koen Dekorte voor deze huisliturgie
  • Jean Bastiaens van Bijbelhuis Zevenkerken
  • Pastorale eenheid Sint Trudo Assebroek (voor het eerste lied)
  • Lieve Boone voor de muzikale ondersteuning
  • Patrick Delanoeye voor de website

————–

Via deze link is het mogelijk opmerkingen te bezorgen over deze en vorige viering(en).

————–