Traditiegetrouw beginnen we ons liturgisch werkjaar met de cyclus “Afspraken rond God”. Wie is God?
Hoe we ons God voorstellen beïnvloedt ons leven: zien we God als de abstracte grond van onze werkelijkheid die ons enkel in het bestaan heeft geworpen of is God ons ook nabij?
In de eerste viering (3 sept.) staan we stil bij God als schepper en bij de mens als mede-schepper.
De tweede viering (10 sept.) focust op onze behoefte als  mens om zintuigelijk te zijn en om ook wat ons overstijgt “aanwezig”  te brengen in ruimte en tijd. Aan wie er zich aan overgeeft kunnen rituelen helend en bevrijdend werken.
In de derde viering (17 sept.) tenslotte verwijlen we bij het beeld van God die met ons op tocht gaat. Het verhaal van de Emmaüsgangers en het lied van Huub Oosterhuis “Nooit meer zonder reisgenoot” inspireren ons.