Patrick Perquy

Patrick Perquy is geboren op nieuwjaarsdag 1942 en wisselde het tijdelijke voor het eeuwige op 29 mei 2018.

 

Patrick Perquy is een van de ‘Founding Fathers’ van De Lier.
In ‘Jonge Kerk’ in Roeselare was hij al lang bezig met vernieuwende vormen van liturgie toen enkele mensen uit Brugge hem contacteerden om in Brugge te experimenteren met liturgie die tegelijkertijd wortelt in de joods-christelijke traditie én aansluit bij het hedendaags levensgevoel.
Over deze periode vertelde hij:
“Als priester ben ik vanaf het begin op zoek geweest om de eucharistievieringen op school voor de leerlingen toegankelijker te maken. Zo kwamen we met een tweetal collega’s priester tot de stichting van Jonge Kerk Roeselare. We zijn 25 jaar lang elke zaterdagavond samengekomen om te experimenteren. Mijn volgende benoeming was in de hogeschool in Brugge. Ook hier zijn we met een Jonge Kerk gestart.” 

Meer dan 10 jaar was Patrick één van de vijf voorgangers in De Lier.
En vanaf het begin tot aan zijn overlijden was hij lid van de stuurgroep. Vele malen hield hij de toespraak in de Lier, waarbij hij bijbelse verhalen wist te verhelderen aan de hand van hedendaagse filosofische inzichten. Deze toespraken kan je hier nog terugvinden.

Begin mei 2018 werd pancreaskanker vastgesteld bij Patrick. Hij weigerde het gevecht met de medische wetenschap aan te gaan. Hij was dankbaar dat hij een ‘voetbalwedstrijd met verlengingen’ heeft mogen spelen in dit aardse leven. De lezing en de liederen voor zijn uitvaartdienst had hij al lang gekozen…:

Jahwe van de legerscharen richt op deze berg voor alle volken een feestmaal aan met uitgelezen gerechten, een feestmaal met belegen wijnen, verrukkelijke, uitgelezen gerechten, belegen, gelouterde wijnen. Op deze berg verscheurt Hij de sluier die over alle volken ligt, de floers die alle naties bedekt. Jahwe de Heer vernietigt de dood voor altijd, Hij veegt de tranen van alle gezichten, op heel de aarde wist Hij de smaad van zijn volk uit: Jahwe heeft het gezegd! Op die dag zal men zeggen: Dat is onze God. Wij hoopten op Hem en Hij heeft ons gered. Dat is Jahwe, op wie wij hoopten; laat ons blij zijn en juichen om de redding die Hij heeft gebracht. Want op deze berg rust de hand van Jahwe, maar Moab wordt op zijn eigen plaats vertrapt, zoals het stro op de mestvaalt vertrapt wordt, Het spreidt zijn armen uit zoals een zwemmer ze uitspreidt om te zwemmen; maar Jahwe vernedert het trotse Moab ondanks zijn listig verweer. Uw sterke, ontoegankelijke muren haalt Hij neer, Hij smakt ze op de grond, in het stof.
Jesaja 25,6-12

Dan zal ik leven

Het zal in alle vroegte zijn als toen.
De steen is weggerold.
Ik ben uit de grond opgestaan.
Mijn ogen kunnen het licht verdragen.
Ik loop en struikel niet.
Ik spreek en versta mijzelf.
Mensen komen mij tegemoet –
wij zijn in bekenden veranderd.

Het zal in alle vroegte zijn als toen.
De ochtendmist trekt op.
Ik dacht een dorre vlakte te zien.
Volle schoven zie ik, lange halmen, aren
waarin de korrel zwelt.
Bomen omranden het bouwland.
Heuvels golven de verte in,
bergopwaarts, en worden wolken.

Daarachter, kristal geworden, verblindend,
de zee die haar doden teruggaf.
Wij overnachten in elkaars schaduw.
Wij worden wakker van het eerste licht.
Alsof iemand ons bij naam en toenaam heeft geroepen.
Dan zal ik leven.

Huub Oosterhuis

 

De toespraak van Geert Dedecker tijdens de uitvaartdienst van Patrick kan je hier nog eens nalezen.