HUISLITURGIE IN CORONA-TIJDEN – 24/5/2020

Nav de corona-maatregelen kan de gemeenschap tijdelijk niet meer samen komen in de vertrouwde Minnewaterkapel. Er werd beslist om over te stappen naar een huisliturgie. Elke abonnee op de nieuwsbrief krijgt de link doorgestuurd met de teksten en de muziek voor de volgende viering.

Op zondag om 10u30 of op een ander moment dat je past kan wie wil van thuis uit met deze insteek aan de slag, in de wetenschap dat de rest van de gemeenschap met haar of hem verbonden is.

Praktisch:

  • Een kleine waarschuwing vooraf: zet je volumeknop in het begin niet te luid om niet verrast te worden!
  • Hoe gebruik ik dit?
    • je kunt op de tablet of de PC scrollen door de tekst die onder de foto staat. De muziek staat op de juiste plaats waar je hem nodig hebt.
    • er is vandaag ook een filmfragment (voor het lied ‘Wat ook gebeurt’), dat te vinden is onder deze link.
    • Als je het makkelijker vindt om de tekst af te printen, die kun je in makkelijk af te drukken vorm vinden onder deze link (13 bladzijden). Er staat aangegeven waar welke muziek wordt gebruikt (zie hieronder).

—————–

GEEST EN HOOP

In de tijd tussen Pasen en Pinksteren bidden wij om de Geest. We herkennen ons misschien wel in de leerlingen die bang waren en opgesloten zaten (was dat ook een lockdown?). Teleurgesteld door hoe het er in de wereld blijkbaar aan toegaat. Dat rechtvaardigen worden gekruisigd, dat een hoopvol verhaal in de kiem gesmoord wordt, dat het visioen verloren lijkt. Waarin zijn wij teleurgesteld als wij naar onze wereld kijken, wat maakt ons bang?

We lieten ons leiden door een tekst uit het boek ‘Van U is de toekomst, kome wat komt’ van Huub Oosterhuis, die ons de Geest voorstelt als een kracht die ons niet laat verzanden in cynisme of moedeloosheid, maar ons verbindt met elkaar en het visioen levend houdt. Een portie hoop…

—————–

OPENINGSLIED: Tui amoris ignem


Veni sancte spiritus,
tui amoris ignem accende
Veni sancta spiritus,
veni sancta spiritus.

Kom tot ons, Heilige Geest,
ontsteek in ons het vuur van uw liefde

—————–

GEBED

Die ons voor het licht gemaakt hebt
dat wij leven:
spreek licht,
wees hier aanwezig in uw naam:
Ik zal er zijn.

—————–

LIED: Nog voor chaos


Nog voor chaos, leegte,
afgrond van donker,
nog voor licht werd,
hemel, zon over aarde,
was het woord
en sprak het woord
en werden wij mensen.

In het woord is zwijgen
tasten waken
in het woord is wachten
luisteren horen –
in het woord ontstaan wij,
mensen uit mensen.

In het woord is zon
en aarde voor allen,
grond die draagt, licht,
verte, rozen, rivieren,
wijd onder wolken
wegen en steden,
huizen van mensen.

Die ons voor de dood
niet hebt geschapen,
die ons hult in taal
opdat wij leven,
spreek ons voort,
dat niet verstommen
wij, deze mensen. 

—————–

OVERWEGING: De heilige geest?

De heilige geest is niet de wind die de blaadjes van de bomen doet ritselen, of de stormwind die bomen ontwortelt. De wind is de wind en niets anders, hoe hard het ook stormt. De heilige geest is ook niet de levensadem in ons lichaam, de lucht in onze longen, waarmee we spreken en zingen, hijgen en piepen. Ook de hartstocht van de een voor de ander is geen heilige geest, evenmin als de branding van de zee en de vuurgloed van de zon.

Maar hartstocht voor gerechtigheid en vrede, gloed van ontferming – dat je het hijgen en piepen en gesmoorde schreeuwen van ouderloze en in zichzelf begraven kinderen nog hoort: dat is heilige geest. En dat wij niet ophouden naar woorden te zoeken van bemoediging, en van protest ook, dat je je niet met stomheid laat slaan, en er niet het zwijgen toe doet: dat je elkaar blijft toezingen en zegenen en niet toegeeft aan de alom heersende schamperheid, de harde taal die mensen onderuit haalt, de spraakverwarring: dat is de heilige geest.

De heilige geest is dus ‘iets’ in mensen; iets in ménsen. Iets? Een kracht, een inzicht, een intuïtie; een tegenkracht, tegen alles wat hard en rigide en koud en versteend is. En wel zó in mensen, dat hij loskomt naarmate mensen zich meer verbinden aan elkaar. Ze moeten wel met elkaar onder één dak willen zijn, en rond één tafel.

Iets in mensen? God in mensen. Dát in mensen, waarin zij beeld en gelijkenis zijn van Hem. Van Hem die Schepper en Bevrijder heet. Heilige Geest: scheppingskracht en bevrijdingskracht in mensen.

Adem, vuur, licht zijn de klassieke woorden waarmee de heilige geest geroepen wordt: Kom, heilige geest. De adem die het aansteekt in ons, die scheppingskracht wekt, bevrijdingskracht ontsteekt, volhardingskracht aanwakkert. Heilige geest: God, die God doet oplaaien in ons.

(H. Oosterhuis, Van U is de toekomst, kome wat komt, p.195-196)


Als je onze wereld ziet, als je de krant of nieuwsberichten volgt, dan schuilt altijd het gevaar van moedeloosheid en cynisme. Maar heilige geest is juist niet ophouden en niet toegeven, verbonden met elkaar scheppings- en bevrijdingskracht vinden, schrijft Oosterhuis.

Tien jaar geleden mocht ik de jonge Duitse student ontmoeten die volgende kortfilm ‘Delivery’ gemaakt heeft als zijn afstudeerproject in een IT richting. Het liet me niet meer los. Ik was vooral blij dat hij als IT’er echt ook een boodschap en verhaal wilde meegeven.

De wereld die hij schetst lijkt meer en meer realiteit te worden. Donker, vol rook en vervuiling… Het hoofdpersonage leeft in isolatie. Lijkt helemaal alleen in de wereld. Pakjes worden geleverd… Maar hij draagt toch zorg en krijgt een verrassende kracht.

Kan één man, kan één druppel water dan toch het verschil maken?

Een vrij duistere film in het begin die wat tijd nodig heeft, maar ons meeneemt in een prachtige finale. Ontwaar jij de geest en het visioen in deze kortfilm’?

—————–

LIED: Wat óók gebeurt


Bij alles wat gebeurt,
schrikwekkend, mensonwaardig,
open ons hart en ons verstand
voor wat óók gebeurt,
gerechtigheid die volbracht wordt,
mensen die zich inzetten
ten einde toe en zich houden.

Dat onze ogen opengaan
voor die flitsen van een nieuwe wereld!

Dat wij ons niet laten intimideren
door wie de macht hebben,
nu nog wel, maar ooit niet meer –
dat wij vindingrijk
de kleinste kansen leren benutten
om vrede te stichten
en recht te doen.

Dat wij de moed niet verliezen,
dat wij niet wantrouwen de stem
die in ons spreekt van vrede.
Dat wij staande blijven in het woord
dat niets onmogelijk is
bij God – Ik zal er zijn.

—————–

OVERWEGING: Geest en hoop


Zij die leven vanuit het visioen, houden zich vast aan elkaar. Zij beseffen dat het visioen samen gedeeld en gedragen moet worden, wil het op de lange of korte duur meer zijn dan een soort raadselachtig gezwel in een paar eenzelvige enkelingen. Zij worden zoveel meer van elkaar als geestverwantschap meer is dan bloedverwantschap.

Allereerst spreken zij af niet te geloven dat leugen en geweld het laatste woord van de geschiedenis hebben. Vervolgens spreken zij af dat zij niet zullen vechten voor eigen bevrijding alleen.

Zij realiseren zich de lange duur van dit ‘bekerings’-proces. Zij weten dat hun keuze verschilt van de goedkope rebellie tegen het bestaande en het verleden; of van de kortzichtigheid waarmee sommigen proberen, in een handomdraai, het absolute alternatief van deze gevestigde orde door te drukken. En zij weten (uit ervaring van eeuwen) dat enkel de rijping en de zuivering van individuele gevoelens en inzichten dat proces van maatschappijverandering en revolutie dragen kan.

Met het visioen van een absolute gerechtigheid voor ogen werken zij, van moment tot moment, aan iets meer gerechtigheid voor iets meer mensen.

Ze zijn rusteloos. Zij branden op, en vinden dat niet eens heel erg. Ze reiken altijd boven hun eigen krachten, en kunnen niet anders, en willen niet anders.

Er is de rust-der-rustelozen: de rust van het zeker weten dat het beter is te verlangen, te hopen, te lijden zelfs, dan te berusten.

(H. Oosterhuis, ‘Van U is de toekomst, kome wat komt’, p. 201)

—————–

LIED: Ooit, in schaduw van rozen


Ooit, in schaduw van rozen,
langs snel vlietend water
zullen wij wandelen,
vreemdelingen, bekenden,
zingen, liefkozen, lachen
in alle talen.
Dat zal een droom zijn.

Daar, aan wijd open vensters,
in menigte stemmen
zullen wij wonen,
honderd worden en sterven
zoals graankorrels sterven:
niets zal verloren
niemand voor niets zijn.


Hart vermoedt het,
verstand wikt en weegt het,
God geve het
of zeg niet God,
zeg Bron van vrijheid, Genade,
noem hem Komende, Liefde,
Eerste en Laatste,
Alles in allen.

—————–

VOORBEDEN ‘voor alle leeftijden’ (uit ‘Bid om vrede’)


LIED ‘Die ons voor het licht gemaakt hebt’
Die ons voor het licht gemaakt hebt
dat wij leven:
spreek licht,
wees hier aanwezig in uw naam:
Ik zal er zijn.


Laat ons bidden
voor alle mensen van alle leeftijden,
voor allen die, jong of oud,
bij elkaar horen
en samen door het leven gaan.
Laat ons bidden
om zorg en eerbied voor elkaar,
dat we niet van elkaar gescheiden raken,
dat wij eensgezind proberen gelukkig zijn.

Laat ons bidden
voor alle kinderen,
voor hen die in ons midden
klein en weerloos zijn:
om een gelukkige jeugd,
dat er niets ergs met hen gebeuren zal;
dat zij niet scheef groeien
en niet misvormd worden.
Laat ons bidden
dat wij hen geen ergernis geven,
niet leren haten
maar hen binnenvoeren
in de waarheid;
en dat wij de moed mogen vinden
om op te komen
voor alles wat kwetsbaar is,
onzeker en onvolgroeid.



Laat ons bidden
voor hen die jong zijn
en het leven nog voor zich hebben,
dat zij open en ontvankelijk
hun toekomst tegemoet gaan,
dat zij durven leven
met onzekerheden
en opgewassen zijn
tegen teleurstellingen,
dat zij zichzelf leren aanvaarden
en niet moedeloos worden.

Laat ons bidden
voor allen die in de kracht van hun leven zijn,
dat zij vruchtbaar mogen worden,
dat zij niet zichzelf zoeken
maar het welzijn van anderen;
bidden wij voor alle volwassen mensen
dat zij gehuwd of ongehuwd,
niet eenzaam zijn
niet zelfvoldaan of gesloten,
maar dat zij elkanders vriendschap
blijven zoeken –
en zo groeien in menselijkheid.



Laat ons bidden
voor alle mensen op leeftijd,
dat zij jong van hart mogen blijven.
Om wijsheid en openheid
bidden wij voor hen.
Laat ons bidden
voor alle ouden van dagen,
dat zij niet troosteloos achterblijven,
dat zij met hun levenservaring
velen van dienst mogen zijn,
dat zij eerbied ontmoeten
en genegenheid.
Wij bidden ook
voor hen die tobben met ziekte,
en voor allen die angstig zijn,
en bang voor de dood.
Licht en geloof,
een geest van overgave,
rust en vrede vragen wij voor hen.

Laat ons bidden voor onszelf
dat wij, jong of oud, door Gods genade
nieuwe mensen mogen worden
steeds opnieuw;
dat wij alle verdeeldheid
en alle wantrouwen
weg doen uit ons midden;
dat wij niet breken met elkaar,
al scheiden ons vele jaren;
dat God de Heer ons bij elkaar houdt
als vader en zoon,
als moeder en dochter,
als één gezin, één gemeenschap,
dát bidden wij.

—————–

SLOTGEBED

Eeuwig zijnde,
eeuwig komend,
alle hier en nu funderend.
Eeuwig hart
elk hart doorgrondend.

Ons doorademend,
doorlichtend
zoals water.
Onze ziel doorkruisend
dat wij van U weten.

Namen roeper,
ogen wenker,
onverwoestbaar,
onweerstaanbaar
nooit aflatend
nieuw beginner

doodbevechter,
schuldendelger,
kwaad niet tellend,
liefde zwerend,
met ons makend
nieuw begin.

—————–

SLOTLIED: psalm 146


Laat mij maar zingen,
zolang het nog kan.
Laat mij toch zingen
zolang ik nog ik ben
en bij stem.
Wie zal ik zingen?
Jou zal ik zingen
geen ander geen vreemde
jou, alleen jou en weer jou

die aan de hemel die gloeiende gozer…
die aan de tronken de twijgen…
die de zeeën doorklieft
dat ze golven
eeuwige trouw.

Zolang de aarde nog rond is
en vrede een vierkante cirkel
(laat mij toch zingen,
mijn hart op mijn tong)
Zolang de oorlogen duren,
de levenden sterven
de doden niet opstaan
Laat ons nog zingen
met morgengoudlippen
uit avondroodkelen
de eeuwige woorden
van liefde en vrede
van jou,
alleen jou en weer jou

Dat je zal zijn
die je gezegd hebt te zijn:
brood voor hongerdieven
(licht voor blinden)
voor vluchtelingen toevlucht
overal zoals je gezegd hebt:
Ik zal.

Laat mij maar zingen,
laat ons toch zingen
van ongeschonden landschap
(en geen kind meer kwijt)
Ploert en Schender (*) zijn voorbij
(alle dingen nieuw)
met zachtmoedig licht
geladen elke batterij,
(zout en honing)
brood en wijn in elke woning
en de klokken slaan gerechtigheid
zal er ooit nog,
toch,
een koning zijn,
een hoogste majesteit,
dan jij,
en jij alleen en weer jij
voor altijd.

(*) De onrechtbedrijvers worden in de meeste psalmvertalingen ‘goddelozen’ genoemd, maar in het Hebreeuws heten ze rasja, wat zoveel betekent als ‘schuldig aan het onrecht’. Oosterhuis heeft er een gloednieuw en areligieus woordenpaar voor gevonden: ‘Ploert en Schender’, een innig samengaan van gewetenloosheid en gewelddadigheid. (Kees Kok)

—————–

Met dank aan

  • Lieve Boone en Rik Cloet voor tekst, film, overweging en liedkeuze
  • Lieve Boone voor het aanleveren van de muzikale ondersteuning en de liedteksten
  • Patrick Delanoeye voor de website

Het ga je goed… en tot volgende week!

—————–